Het verhaal van de drie wijzen uit het oosten, ook wel aangeduid als de drie koningen, is al eeuwenlang populair onder christenen en heeft zodoende ook zijn weerslag gevonden in de bijbels getinte beeldende kunst. En dat terwijl er in de bijbel zelf weinig over ze wordt verteld; hun namen worden niet eens genoemd.
Het oorspronkelijke verhaal is te lezen in Mattheüs 2. Na de geboorte van Jezus arriveerden 'enige wijzen van het Oosten' in Jeruzalem. Zij hadden een ster aan de hemel zien staan die volgens hen wees op de geboorte van de Koning der Joden. Toen koning Herodes hun reisdoel vernam, werd hij nieuwsgierig naar deze mogelijke concurrent. Schriftgeleerden vertelden hem dat de messias in Bethlehem geboren zou moeten worden (zie Micha 5:1). Herodes ontbood hierop de wijzen en verzocht ze om hem te rapporteren wat ze in Bethlehem aan zouden treffen.
Deze Herodes was Herodes I de Grote, viervorst over Judea, die leefde van ca. 73 tot 4 v.C. en namens de Romeinen het gebied bestuurde. Hij was bepaald niet geliefd onder de joden, vooral omdat hij probeerde een hellenistische cultuur op te leggen. Sporen daarvan zijn terug te zien in de ruïnes van Caesarea, de havenstad die Herodes liet aanleggen.
De wijzen togen naar Bethlehem, geleid door de ster. In het huis waarboven de ster stil stond, vonden zij het kindeke. Ze schonken hem goud, wierook en mirre, een aangenaam geurende hars. Toen ze die nacht sliepen, zei God ze in een droom de opdracht van Herodes te negeren. De volgende dag vertrokken ze via een andere route naar hun landen.
Toen Herodes begreep dat de wijzen hem hadden bedrogen, gelastte hij dan maar alle kinderen in Bethlehem jonger dan drie te vermoorden. Jezus en zijn ouders waren toen echter al naar Egypte vertrokken, na een tip van een engel (eveneens in een droom, ditmaal van Jozef).
De weldaad van de drie koningen bestond dus naast waardevolle geschenken uit het niet-verraden van de voorspelde messias. Die gegevens samen met de mysterieuze ster hebben tientallen schilders geïnspireerd.
Het aantal drie, de namen (Balthasar, Caspar/Kaspar, Melchior) noch hun huidskleur (Caspar zou donker zijn geweest) worden dus in de bijbel genoemd. In de evangelies van Marcus, Lukas en Johannes worden de wijzen in het geheel niet genoemd. In de donkere Middeleeuwen bedacht men op grond van het aantal geschenken dat het dan wel drie wijzen geweest zullen zijn. Verder kregen ze symbolische identiteiten toegekend: ze zouden de drie bijbelse mensenrassen vertegenwoordigen en dus moest een van hen zwart zijn. In Psalm 72:10 wordt gemeld dat een aantal koningen geschenken meebracht voor een gezegende koning; daar komt vermoedelijk het idee vandaan dat de Wijzen Koningen waren.
De drie zonen van Noach — Sem, Cham en Jafeth — worden in het oude testament gezien als stamvaders van drie volkeren: Semieten, Chamieten en Jafetieten. Cham had de naaktheid van zijn dronken vader gezien en verklapt aan zijn broers; om die reden was hij door Noach vervloekt. Hij zou de stamvader zijn van de Afrikaanse volken en van de Kanaänieten. Een afstammeling van Cham moest dus donker zijn.
Nog meer symboliek: de geschenken. Het goud (van Balthasar), meestal getoond als gouden muntstukken, verwijst naar het koningschap van de pasgeborene. Mirre (van Melchior) was een stof die bij het balsemen van overledenen werd gebruikt; het is daardoor een verwijzing naar de Christus' dood. De wierook (van Caspar) wijst op de goddelijke status van het kind.
Driekoningen is nog altijd een christelijke feestdag, gevierd op 6 januari.
Een vluchtige blik op de vele schilderijen met de drie wijzen toont telkens hetzelfde beeld: de aanbiddende wijzen voor het kindje en Maria. Meestal biedt Balthasar als eerste zijn geschenk aan; hij was de oudste. Jozef is lang niet overal afgebeeld, net zomin als de os en de ezel. De meeste variatie zit in de hoeveelheid figuren: hoe meer figuren, des te barokker het werk, en in de achtergrond: stal, grot, herberg, huis.
Aanbidding der wijzen is op deze site vertegenwoordigd met ruim dertig werken.