Psalmen 142

Inhoud

1657 overgezet

David zijnde voor Saul gevlucht, ende sich in een speloncke verborgen hebbende, als sijnen geest in hem overstelpt was, soo riep hy den Heere om hulpe aen.

[Overgenomen uit de editie van 1657]

[Provisorisch overgezet uit de editie van 1657]

1 Een onderwijzing van David, een gebed, als hij in de spelonk was.

2 Ik riep met mijn stem tot den HEERE; ik smeekte tot den HEERE met mijn stem.

3 Ik stortte mijn klacht uit voor Zijn aangezicht; ik gaf te kennen voor Zijn aangezicht mijn benauwdheid.

4 Als mijn geest in mij overstelpt was, zo hebt Gij mijn pad gekend. Zij hebben mij een strik verborgen op den weg, dien ik gaan zou.

5 Ik zag uit ter rechterhand, en ziet, zo was er niemand, die mij kende, er was geen ontvlieden voor mij; niemand zorgde voor mijn ziel.

6 Tot U riep ik, o HEERE! ik zeide: Gij zijt mijn Toevlucht, mijn Deel in het land der levenden.

7 Let op mijn geschrei, want ik ben zeer uitgeteerd; red mij van mijn vervolgers, want zij zijn machtiger dan ik.

8 Voer mijn ziel uit de gevangenis, om Uw Naam te loven; de rechtvaardigen zullen mij omringen, wanneer Gij wel bij mij zult gedaan hebben.

« Psalmen 141
Psalmen 143 »