Passieserie: Hemelvaart

Na zijn opstanding, met Pasen, trok Jezus nog een tijdje op met zijn volgelingen. Veertig dagen na zijn opstanding nam hij afscheid en steeg hij op naar de hemel. Volgens Marcus kreeg hij daar een plek rechts van God.

Voor hij vertrok kondigde hij nog aan dat de apostels bezocht zouden worden door de Heilige Geest. Die zou ze de kracht geven om de wereld in te trekken om van Jezus te getuigen. Dat gebeurde ook, tien dagen later, op Pinksteren.

Rembrandt toont hier rechts de wolk die in Handelingen 1 wordt genoemd en die Jezus aanstonds aan het zicht van de apostelen zou onttrekken. Hij toont ook voor zijn doen ongebruikelijk veel engeltjes, die eerder aan een werk van Titiaan doen denken. Dat is geen toeval, want kunsthistorici vermoeden dat Rembrandt voor de compositie een prent heeft gebruikt van een Maria Hemelvaart uit 1516-1518 van Titiaan.

Uit röntgenfoto's is gebleken dat bovenin eerst God werd getoond. Daar heeft Rembrandt echter later een stralenkrans met witte duif overheen geschilderd (de duif is hier amper zichtbaar). Wellicht deed hij dat met het oog op de calvinistische opvatting van God als "Onzienlijke".

Dit doek is een van de vijf werken die Rembrandt maakte in opdracht van stadhouder Frederik Hendrik: De oprichting van het kruis, De afneming van het kruis, De graflegging, De opstanding en De hemelvaart.