De profeet Jona


Twaalf kleine profeten

Klein bijbelboek, over de profeet-tegen-wil-en-dank Jona. Deze krijgt van God de opdracht de inwoners van de Assyrische stad Nineve (Ninivé) duidelijk te maken dat God ontstemd is over hun 'boosheid'. Jona weigert en vlucht per boot. Tijdens de tocht steekt een hevige storm op. De bemanning zet Jona overboord omdat hij zelf zegt de veroorzaker van de storm te zijn. Meteen gaat de wind liggen.

Een grote vis slokt Jona op. In de maag van de vis komt hij tot inkeer en bidt hij tot God, waarop deze de vis Jona laat uitspuwen.

Jona trekt nu alsnog naar Nineve. Zijn korte preek maakt indruk op de inwoners, die zich spontaan bekeren en berouw tonen. Het bevreemdt Jona dat de stad haar straf zo makkelijk kan ontlopen. Als hij zich daarover bij God beklaagt, maakt deze hem met een verdorrende wonderboom duidelijk dat het beter is goed en welwillend te zijn dan op je eigen gelijk te blijven hameren.

Jona (of Jonas) is de vijfde van de 12 zg. kleine profeten. Volgens de joodse traditie is het geschreven door de profeet Jona, die in de 8e eeuw v.C. gepredikt zou hebben. In het boek zelf wordt daar echter niets over gezegd. Opmerkelijk is ook dat het vooral een literair verhaal is, en geen bundeling van profetiën. Het is niet exact bekend wanneer het boek geschreven is; men houdt het doorgaans op de vijfde eeuw v.C., geruime tijd na de daadwerkelijke val van Nineve (in 612 v.C.).

De naam Jona, en ook de alternatieve vorm Jonas, betekent in het Hebreeuws 'duif'.

Jona in de beeldende kunst:


Jona 3 bekering van de Ninevieten
Jona 4 Jona's ontevredenheid en bestraffing des Heeren