De profeet Obadja


Twaalf kleine profeten

Het vierde boek uit de reeks kleine profeten is met zijn 21 verzen het kortste van het Oude Testament. Verondersteld wordt meestal dat het in de huidige vorm is samengesteld uit verschillende geschriften daterend uit de 6e t/m 3e eeuw v.C.

Over de persoon Obadja is vrijwel niets bekend; het boek bevat geen verwijzing naar waar en wanneer hij actief zou zijn geweest. Het bevat ongunstige profetiën over Israël en Edom, het volk van Esau, de oudere broer van Jakob. De Edomieten woonden naast Jud(e)a. Vorsers zien twee perioden waarin aanleiding zou kunnen zijn geweest voor zo'n oordeel over de Edomieten: 853 – 841 v.C., toen Jeruzalem werd ingenomen door de Filistijnen, en de twee decennia vóór 586, toen Nebukadnezar de stad innam. In die periodes zou de profeet geleefd kunnen hebben.

Obadja voorspelt de volledige uitroeiing van de Edomieten en de vernietiging van hun land door de hand van God. Deze straf zouden ze verdiend hebben omdat ze hun broedervolk niet bijstonden toen het belaagd werd (vers 10-14).