Rembrandt en de bijbel

Rembrandt heeft ruim 300 werken gemaakt waarbij hij zich liet inspireren door een verhaal uit de bijbel. De meeste daarvan zijn tekeningen en etsen; daarnaast zijn er ongeveer zestig schilderijen van zijn hand met een bijbels onderwerp. In dit artikel wordt een summier overzicht geboden, waarbij eerst gekeken wordt naar de stijl en vervolgens naar de uitgebeelde onderwerpen.

Stijlontwikkeling

In de stijl van Rembrandts bijbelse werk is een duidelijke ontwikkeling te zien. In de jaren '20 en '30 is zijn stijl onstuimig, op het barokke af. Rembrandt schrikt er niet voor grote scènes uit te beelden, met veel dramatiek. De aandacht gaat vooral uit naar de handeling. Hij kiest dan wel meestal voor niet al te grote doeken of panelen. Voorbeelden hiervan zijn Bileam en de ezelin (1626), een onderwerp dat eerder door zijn leermeester Pieter Lastman was geschilderd, en Judas brengt de zilveren penningen terug. Overigens heeft Rembrandt nooit historiestukken met grote aantallen figuranten gemaakt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Rubens. Hij koos meestal voor een beperkt aantal personages, geschilderd op een belangrijk moment.

Rond ongeveer 1640 vindt een omslag plaats: de voorkeur gaat nu uit naar kleinere taferelen, minder uitbundig dan voorheen, ingetogen, waarin hij de emoties zo duidelijk mogelijk probeerde te laten tonen. De eerste werken waarin dit te zien is, zijn Het vertrek van de Sunamietische vrouw uit 1640 en Davids afscheid van Jonathan uit 1642.

Pas vanaf het midden van de jaren 1650 maakt Rembrandt weer enkele grootse composities, waaronder De badende Bathseba met de brief van koning David uit 1654 en Mozes verbrijzelt de stenen tafelen uit 1659.

In zijn laatste werken concentreert Rembrandt zich geheel op de personen. De achtergrond en de ruimte doen er niet meer toe. Voorbeelden: Haman maakt zich op om Mordechai te eren (ca. 1665), Het joodse bruidje (1665), De terugkeer van de verloren zoon (1668).

Thematiek

Bij de onderwerpskeuze liet Rembrandt zich vaak leiden door de onderwerpen op de prenten in zijn uitgebreide collectie. Naar onderwerp kan het grootste deel van het bijbelse oeuvre in een aantal categorieën worden verdeeld:

Rembrandt had zijn tijd mee, en niet alleen omdat hij in een tijd van economische voorspoed leefde die veel opdrachten opleverde. Hij had een persoonlijke voorkeur voor historiestukken, die door de kunstkenners van zijn tijd hoger werden aangeslagen dan de stillevens, landschappen en portretten die vooral om den brode werden gemaakt. Inspiratie voor die historiestukken was buiten de verhalen uit de klassieke oudheid vooral te vinden in het Oude Testament, met zijn talloze rampen, oorlogen, volksverhuizingen en andere dramatische gebeurtenissen waarin bedreiging en verlossing centraal staan - een thematiek die in de vanaf 1648 geheel bevrijde Republiek tot de verbeelding sprak. Dat Oude Testament was door de geestelijkheid eeuwenlang enkel gezien als een soort voorspel van het Nieuwe: alle verhalen werden gezien als een aankondiging van hetgeen zou gaan komen, en ook als bevestiging van de juistheid van Jezus' leer. Maar in de loop van de zestiende eeuw begon men het Oude Testament op zijn eigen merites te beoordelen, en werd het mogelijk om de verhalen los te zien van de evangelies. Dat was een zegen voor kunstenaars als Rembrandt, die daardoor ongeremd hun eigen visie op de verhalen konden geven en díe elementen eruit konden gebruiken die zij het belangrijkst vonden.

De aartsvaders

Taferelen uit Genesis waren in de 17e eeuw bijzonder populair: ongeveer de helft van alle Nederlandse schilderijen uit die tijd die een onderwerp uit het OT behandelen, gaan over Genesis. Misschien sloot het grenzeloze vertrouwen in God van de aartsvaders Noach, Abraham, Jakob en Izak goed aan bij de heersende, stichtende moraal van die tijd.

Werken over Abraham: De engel verhindert de slachting van Izak (1635), De engel verschijnt aan Hagar in de woestijn (1655).

Over Jakob: De droom van Jakob, Ezau verkoopt zijn eerstgeboorterecht aan Jakob (ca. 1649), De engel verschijnt aan Hagar in de woestijn (1655), Laban begroet zijn neef Jakob (1655), De verzoening van Jakob met Ezau (1655), Jakob zegent de zonen van Jozef (1656), Jakob worstelend met de engel (ca. 1660).

Over Jozef: Jozef en de vrouw van Potifar (1634), Jozef wordt beschuldigd door Potifars vrouw (1655).

Simson, Ruth, Saul en David

De richter Simson, neergezet in 1 Samuël, was een tot de verbeelding sprekende figuur: de oersterke maar toch kwetsbare held, verslagen door het verraad door de achterbakse Delila. Rembrandt beeldde hem menigmaal uit: Simson en Delila (1628), Simson beschimpt zijn schoonvader (ca. 1635), De blindmaking van Simson (1636) en Het bruidsmaal van Simson (1638).

Ruth is een van de weinige vrouwen aan wie in het Oude Testament een boek is gewijd, met maar liefst vier hoofdstukken. Het boek Ruth handelt over de plicht van een familie om minder fortuinlijke familieleden te helpen. Enkele werken: Ruth en Naomi, Boaz en Ruth, Boaz geeft Ruth zes maten gerst. Ruth werd de grootmoeder van David.

De jonge held David vormde een bedreiging voor de positie van Saul, de eerste koning der joden. Rembrandt beelde dat tweemaal uit, op geheel verschillende wijzen: in 1630 en rond 1657. In de laatste versie is de vertwijfelde Saul het treffendst uitgebeeld. Ander werk over David: Davids afscheid van Jonathan (1642) Bathseba met de brief van David (1654).

Esther, Daniël, Judith en Tobit

Het tegen onderdrukking strijdende joodse volk, dat vasthield aan het geloof in de eigen god, sprak in de in 1648 formeel onafhankelijk geworden Republiek zeer tot de verbeelding. De boeken Esther, Daniël en Tobit spelen zich af tijdens de Babylonische ballingschap, en Judith handelt over een belegerde stad. Geen wonder dus dat Rembrandt (en vele anderen) verhalen uit die boeken tot onderwerp koos.

Opmerkelijk is dat het voor een deel gaat om verhalen die door de protestantse Kerk als apocrief werden gezien, oftewel als niet behorend tot de bijbel. In de katholieke traditie waren ze echter wel in de bijbel beland, zodat het goed bekende verhalen waren. In de eerste edities van de Statenvertaling (eerste druk: 1637) waren de apocriefe boeken nog wel opgenomen, zij het helemaal achterin. Rembrandt maalde gelukkig niet om die theologische haarkloverij.

Werken over Esther: Esther met het verdelgingsdecreet (1635), Esther wordt aan Ahasveros voorgesteld (1655), Haman en Ahasveros bij Esther (1660) en Haman maakt zich op om Mordechai te eren (ca. 1665).

Werken over Daniël: Het feestmaal van Belsazar (1637), Daniëls droom van de vier dieren, Het visioen van Daniël aan de rivier de Ulai (1650), Daniël in de leeuwenkuil (1652). Over het apocriefe verhaal Susanna: Susanna aangerand door twee rechters (1647).

Werken over Judith: twee tekeningen, Holofernes' hoofd in de zak (1635) en Judith onthoofdt Holofernes (ca. 1653). Voorzover bekend zijn dit de enige werken van Rembrandt over Judith.

Werken over Tobit en Tobias: Tobit en Anna met het bokje (1626), De genezing van Tobit, Tobit en Anna met het bokje (1645), Tobias en de engel aan de oever van de Tigris (ca. 1650), Tobias schrikt van de vis (ca. 1654). Het mooie verhaal over Tobit moet Rembrandts favoriete bijbelboek zijn geweest: hij maakte er maar liefst twintig tekeningen, vijf schilderijen en drie etsen over.

Geboorte en jeugd van Jezus

De geboorte van de verlosser is een sleutelmoment in het Christendom en daarom ontelbaar vaak onderwerp geweest in de beeldende kunsten. Doordat er in de bijbel vrijwel niets staat over de jeugd van Jezus, werd er in de loop der eeuwen flink wat gefantaseerd, zowel in de vorm van verhalen als in kunstwerken. Rembrandt liet zich bij zijn keuze voor een onderwerp vaak leiden door werk van voorgangers. Daardoor heeft hij bijvoorbeeld de apocriefe Rust tijdens de vlucht naar Egypte vaak uitgebeeld (4x), terwijl de bijbel daar dus niets over vertelt.

Andere geliefde onderwerpen: De aanbidding der wijzen (3x), De aanbidding der herders (3x, bijvoorbeeld deze en deze), De besnijdenis (5x), De droom van Jozef (3x), De vlucht naar Egypte (6x), De lofzang en de profetie van Simeon (6x, bijvoorbeeld deze), en De heilige familie (8x).

De predikende Jezus

Het leven van Jezus tussen geboorte en passie is in de schilderkunst van de Middeleeuwen relatief onderbelicht. Daar kwam in de 16e eeuw verandering in, toen vooral de parabels populair werden. Rembrandt maakte een serie werken over de verloren zoon: De verloren zoon verkwist zijn erfdeel, De verloren zoon tussen de zwijnen, en uiteraard De terugkeer van de verloren zoon: in 1636, 1642 en 1668. Een andere ook door Rembrandt uitgebeelde parabel is het verhaal van de Barmhartige Samaritaan: zie bijvoorbeeld deze ets.

Op de Opwekking van Lazarus na (4x, in 1630, 1632, 1642 en ca. 1663) besteedde Rembrandt nauwelijks aandacht aan de door Jezus verrichte wonderen. De bekendste afbeelding over de actieve periode van Jezus is waarschijnlijk de Honderdguldenprent, waarin heel Mattheüs 19 in één prent wordt afgebeeld. Andere werken over deze periode: De predikende Jezus uit 1634, idem uit 1652, en de Storm op het meer van Galilea, een schilderij uit 1633.

Passie, dood en herrijzenis van Jezus

De meeste momenten uit de Passie, het lijden van Jezus tussen laatste avondmaal en opstanding, zijn wel eens door Rembrandt uitgebeeld. Een kleine selectie:

Judas brengt de zilveren penningen terug, De verloochening door Petrus, De afneming van het kruis, De opstanding, en De verschijning aan Maria Magdalena.

Het door Lukas beschreven verhaal van de Emmaüsgangers moet Rembrandt bijzonder hebben aangesproken, aangezien hij er diverse werken aan wijdde. Twee volgelingen van Jezus krijgen op hun tocht naar het dorp Emmaüs gezelschap van hun overleden meester, die zij echter niet herkennen. Pas als hij tijdens een maaltijd in een herberg het brood breekt, worden hun ogen geopend. In 1655 maakte Rembrandt een pentekening over de Wandeling naar Emmaüs. De maaltijd in de herberg beeldde hij minstens twee maal uit: in 1628 en in 1648.

Geraadpleegde literatuur:
De bijbel van Rembrandt (cd-rom). Het Spectrum, 1999.
Bijbel met werk van Rembrandt. NBG, 2005 (hier te bestellen).